Is de wijngaard bepalend voor onze topwijnen? Neuh, we zagen aan de tafelpoten van onze zekerheden.
By in ,

Is de wijngaard bepalend voor onze topwijnen? Neuh, we zagen aan de tafelpoten van onze zekerheden.

Topwijnen komen
van top terroir. We geloven het. We bezoeken wijngaarden, om de ligging te
ervaren. Wat grond te voelen, te ruiken. Als je ín de wijngaard bent geweest,
geeft het drinken van zo’n wijn daarna extra genoegen. Zoveel is zeker. Rob van
Ginneken maakt proeverijen met een studieus karakter. Hij krijgt inspiratie van
wijnliteratuur. En zie: wijnauteurs als Kees van Leeuwen en Lars Daniëls zaaien
twijfel over onze zekerheden. 

Itata vallei in Chili, herkomst van de Martino

Grondsoort is
helemaal niet zo’n belangrijke terroir-factor. De temperatuur is dat wel. En
het vermogen van de bodem om water vast te houden (en afwatering) idem.
Bovendien is de beschikbaarheid van mineralen als stikstof en kalium important.
Beperkte beschikbaarheid van stikstof is betekenisvol voor kleine rijpe druiven
(lekker voor rood), teveel kan leiden tot grote druiven en groene aroma’s
(slecht voor rood, goed voor aromatisch wit zoals sauvignon blanc). Moleculair
bioloog Benjamin Lewin stelt dat de ‘topsoil’ verantwoordelijk is voor
mineraliteit, niet het gesteente waarin de wijnstokken ten diepste wortelen. Heerlijke
vraagstukken voor echte wijn-nerds. Inspiratie voor deze proeverij, van mij
mogen er nog veel over dit thema volgen.


RODE LEISTEEN /
ROTLIEGENDES


We proeven drie
Grosses Gewächs wijnen van Staatliche Weinbaudomäne Oppenheim. Vraag aan een
wijnbouwer naar verschillen tussen wijngaarden en je krijgt explicatie. Vraag
waar zijn hart ligt en je krijgt vaak een ontwijkend antwoord: je hebt ál je
kinderen lief en trekt niemand voor. Ieder van deze wijnen is een traktatie over
een jaar of zes, zeven. Ze zijn nu veel te jong, uiterst interessant om zo jong
te proeven. Ze komen van wijngaardenn met rode leisteen.

Rothenberg Nackenheim 2016 GG

Abrikoos, peer en granny smith in de geur. Sappige wijn met veel zuren,
duidelijk bittertje,  lijkt prettig maar
is wat autonoom ontoegeeflijk. Valerie prijst de lange zachte afdronk en
benoemt passievrucht, mango, citrus. HansL prijst de zuren die horen bij jonge
riesling, noemt de wijn rijk en vet. Hij ruikt tropisch fruit en ananas. HansH merkt
op dat deze wijn de meeste petrol heeft.

Oelberg Nierstein 2016 GG

Ik ruik peer, roomboterbabbelaar en heeeel licht limoen. Pittige smaak met
bitters, wat ontoegeeflijk. De smaak wint aan charme met beluchten. Valerie benoemt
limoen, citroen en grapefruit, hoger in zuren. Kees noemt de wijn strakdroog en
benoemt appels.

Pettenthal Nierstein 2016 GG


Mijn
voorkeurwijn: rijker, vriendelijker, abrikoos, peer en banaan. Stevige wijn die
iets  vriendelijker lijkt dan Rothenberg
en Oelberg. Ook wat citrus. Valerie noemt dit de meest frisse wijn met
impressie van groene zure appeltjes. Deze wijn heeft nét iets meer te bieden
zegt Toos. Van de drie riesling de meest levendige, aldus HansL.

KALKBODEMS

Thörle Weissburgunder 2016

Lichte kleur, mooie neus met combinatie van room en fruit, banaan, mineraliteit.
De wijn mist wat stevigte in het midden, is heel licht en geurig, wel balans.
Elegante wijn met in de geur een zoutige impressie. Eric ruikt gerookte boter,
zoetje, ananas.  

Blanchots is de meest rechts gelegen Grand Cru

Chablis Grand Cru Blanchots 2014 Brocard (hartendief van Rob)

Eric typeert de kleur als goudgeel, hij ruikt verbrand turf wat weg gaat na
beluchting en plaats maakt voor stro. Claartje benoemt geroosterd brood, een prachtige
neus met geroosterde brioche en smaak met mooi ingekapselde bitters. 

Mijn
aantekeningen: ontwikkelde kleur, mineralig, stinkertje zelfs dat indicatie is
voor chardonnay, turks fruit ind e geur, mooi in de mond met een hoge doorslikfactor.
Feitelijk al mooi in balans, heel veelbelovende wijn met mooi botertje. De wijn
brengt mij terug naar Chablis, waar het zó mooi is om de zeven Grand Crus zelf
te ervaren. Ik herinnerde mij dat de weg tussen Les Clos en Blanchots een
fraaie naam had en heb het even nagezocht. La Voie Meurtrière. Het pad van de
dood. 

Gougères, kaassoesjes gaan goed bij Chablis én Barbaresco

Barbaresco 2014
Produttori del Barbaresco

Toos benoemt een hele intense geur met chocolade en truffel, komt enorm binnen,
droge smaak met stevige zuren bitters en tannines. Ik kan úúúren hieraan
blijven ruiken: geurig, mocca, toffee,
boerderijrozen, Buijsman gebrande suiker. De smaak heeft een hoge bittergraad
en heeft nu (kindermoord) iets ontoegeeflijks. 

VULKANISCH
GESTEENTEN / GRANIET & PORPHYR

De Martino Gallardia del Itata Cinsault 2014 CHILI (hartendief van Rob)

De meningen lopen uiteen. Modern en vlak, droppig, aldus Noël. Stevig rood met
kers en tabak, zegt Angelique, die de wijn ‘een beetje muffig’ noemt. Ik voel
helemaal mee met Rob die dit één van zijn hartendiefjes noemt. Mijn
aantekeningen: liefelijke wijn met een elegante geur waarin granaatappels en kers
zijn te herkennen. Zweem van zoethout. Hele soepele smaak, aantrekkelijke wijn
die me een beetje aan gamay doet denken. 

Cantina Terlan
Alto Adige Lagrein Riserva Porphyr 2012

Deze wijn is te hout gedomineerd, zegt Rob. Angelique benoemt de kleur als aubergine,
cassis, cacao en koffie in de geur, smaak met nog tannine. Noël zegt dat dit
een wijn is die ideaal is voor het publiek dat aan intense wijn de voorkeur
geeft. Mijn aantekeningen: bloedmooie en intense neus met morellenkersen, ceder
en vanille, zachte aandronk, heeeel intense smaak. 

Fijne
proeverij. Wie pakt de handschoen op en verzorgt dit thema volgend seizoen?

Écht leren van Franken en Württemberg
By in ,

Écht leren van Franken en Württemberg

Berry neemt ons mee naar Duitsland. En dit
keer naar een voor ons – en ook voor hem – minder bekende omgeving: de
wijnregio’s Franken en Württemberg. We gaan écht leren.

Franken(land) was oorspronkelijk voornamelijk
beplant met Silvaner. Om een beter rendement te behalen is in de 20e eeuw
Müller-Thurgau aangeplant. Deze twee druiven zijn nog steeds dominant in
Franken.

In Württemberg is dan weer tweederde
aangeplant met blauwe druiven. Daarvan bestaat de top drie uit successievelijk
Trollinger, Schwarzriesling en Lemberger. Voor witte wijn wordt meestal
Riesling gebruikt.

We starten met een indrinker. Gezien de
flesvorm moet deze uit Franken komen. Het is een ‘bocksbeutel’. De bocksbeutel
is een traditionele wijnflesvorm; een afgeplatte buik met korte hals.

Weingut
Weltner (Franken), Rödelsee trocken, Scheurebe, 2016

maakt de tongen al meteen los. Toos vindt het een mooie, vrolijke, frisse wijn.
Kees zegt erover frisfruitig, bloemig, appel, klein zoetje en klein fijn
bittertje in de afdronk.

We vervolgens met twee keer druif
Müller-Thurgau uit Franken. Volgens Gerard heeft Weingut Stahl (Franken), Müller-Thurgau, Hasennest Damaszener Stahl,
2015
een rijke fruitige neus, friszure aanzet, stevig zuur en als finale
toch nog een zoet randje. Weingut
Weltner (Franken), Rödelsee trocken, Müller-Thurgau, 2015 (Bocksbeutel)

doet Willem-Jan denken aan leverworst! Gelukkig nuanceert Annemiek dat met
eucalyptus.

De tweede serie bestaat uit twee witte wijnen
uit Württemberg. Rainer Schnaitmann,
Muskateller, 2 Stern, 2012
herbergt volgens gastproever Valerie: groene
paprika, abrikoos, en petrol. De afdronk is fris en zurig. En Hans L. lijkt
geïnspireerd door een eerdere term van W-J: leverworst! Ja, en dan ben ik de
draad even kwijt…

Weingut
Gold, Halbstück, Riesling, 2014
is een honingpot.
Mooiere neus dan smaak.

Laatste duo wit, beide van Silvaner-druif,
beiden uit Franken. De eerste is Weingut
Weltner, Rödelseer Küchenmeister, Sylvaner trocken, 2012
. Toos vindt deze
bloemig, heldergeel en met abrikoos. Een fijne elegante wijn. Peter benoemt
jasmijn, mineraal, powerhouse, passievrucht, gebalanceerd. Voor Berry is dit de
eerste hartendief van deze avond!

De tweede is van hetzelfde wijndomein Weingut Weltner, Hoheleite Grosses Gewachs,
Sylvaner, 2012
. Een pepertje, zegt Toos. Peter vult aan met vanille,
citrus, zuren, sappig, bittertje en kruisbes. Al met al de frivolere wijn van
deze twee.

We schakelen over naar rood. Twee keer uit
Württemberg. Weingut Rainer Schnaitmann,
Lemberger, 2 Stern, 2013
is volgens Angelique donkerrood met kersen,
pepertje en wat metaal in de neus; en daarna tannine en een bittertje op de
tong. Ook Noël herkent de  bitters
achterin. Weingut Rainer Schnaitmann,
Schwarzriesling (pinot meunier) 3 Stern, 2012
is aards, met rozenbottel en
hout. Kees bemerkt Velpon.

Bijschrift toevoegen

Nu twee rode wijnen uit Franken. Over Weingut Stadt, Klingenberger Portugieser R,
2012
zegt Noël: stal, natte wol, een topneus! Ook Martijn benoemt de natte
wol, maar is daarover minder enthousiast. Ik ben wel enthousiast vanwege de heerlijk
aardse tonen, ‘aardappel op bbq’. Paul benoemt herfstbos en Kees cacao en
whiskey. Voor Berry is dit zijn tweede topper van deze avond.

Weingut
Stadt, Klingenberger Spätburgunder R, 2012
heeft voor
mij iets te veel bitters, met wel een lange afdronk. Paul proeft veel kersen,
fruit+ en goede zuren. En Annemiek vindt deze wijn zelfs ‘zacht in totaal’. Het
kan verkeren.

We sluiten de avond af met een Bocksbeutel Horst Sauer, Escherndorfer Lump, Riesling Auslese,
2011
. Mooi fris, zelfs rabarber en een hint van botrytis. Lekker! Ook voor
Berry één van zijn toppers deze avond.

Ik kijk terug op een lastige én leerzame
avond. Daarom zijn dit soort avonden ook zo mooi. Berry, dank je wel.

Proefnotities en verslag Eric Hoepelman

Op piratenjacht
By in ,

Op piratenjacht

In principe proeven wij altijd thematisch. In een ‘serie’ staan dan drie vergelijkbare wijnen naast elkaar. Het kunnen dezelfde  druiven zijn, of hetzelfde jaar, enz. Wij determineren dan de overeenkomsten en de verschillen. Zo leren wij beter te proeven.

Diederick heeft vanavond andere plannen met ons. Hij zet – meestal – drie wijnen naast elkaar, waarvan er één uit de toon valt. Deze ‘piraat’ komt dan uit een ander land, of is van een andere druif. Of nog moeilijker: in een serie van drie wijnen komt er één uit een ander land en is er één van een andere druif. Ja, en zo’n uitleg geeft dan ook meteen aanleiding tot misverstanden: is er dan één van de drie uit een ander land en van een andere druif? Of, hoe zat het ook alweer? Ach ja, in feite zoeken we gewoon net als altijd naar de overeenkomsten en verschillen.

Mooie bijkomstigheid, of misschien wel de hoofdreden, van deze opzet is dat Diederick meer van zijn beste wijnen toch op de proeftafel kan zetten. Dat is dan ook wat we gaan ervaren, veel toppers.

De indrinker is een champagne van R & L Legras, Présidence, A.C. Chouilly-Champagne, Blanc de Blancs Grand Cru, 2002.
De dosage is 6 gram / liter. Willem-Jan herkent overrijpe appels, gist, toast, Madeira-tonen in de neus en boenwas. Peter zegt dat het een ‘belegen glas’ is. Het is een knappe wijn voor een 16 jaar oude champagne.

Daarna staan drie glazen witte wijn naast elkaar. Eén komt uit een ander land, maar welke? Gaandeweg blijken we drie keer Chardonnay te proeven, de eerste twee uit Frankrijk, de derde uit Spanje. Die laatste is dan ook de ‘piraat’, want komt uit een ander land.

De eerste is Domaine Jean-Marc Boillot, A.C. Montagny 1er cru/ Bourgogne, chardonnay, 2015. Mooi lichtgeel van kleur. Meerdere proevers vinden de wijn ‘mooi in balans’! Licht getoast hout, zacht, citrus, boter en op het laatst nog wat grapefruit.

De Maison Roche De Bellene, A.C. Montagny 1er cru/ Bourgogne, chardonnay, 2010 is meer goudgeel. De bitters zijn wat flinker, samen met perzik en tropisch fruit (Kees). Voor Diederick is dit één van zijn persoonlijke toppers van deze avond.

De Julián Chivite, Collecion 125, Navarra/ Spanje, chardonnay, 2007 is de piraat van deze serie. Deze komt immers niet uit Frankrijk, maar uit Spanje. Dehoutlagering is duidelijk herkenbaar. Ook ietwat bitters, naast boter en koekjesdeeg (Berry). In naam zou dit een uitstekende wijn moeten zijn; ik vind ‘m eerder ‘goed’.

Haut Sarpe

De eerste serie rode wijnen heeft als gemeenschappelijk kenmerk de druiven: bordeaux-blend. Château Haut Sarpe, A.C. Saint Emilion Grand Cru Classé/ Frankrijk, 70% merlot en 30% cabernet franc, 2009 heeft volgens Annemiek een bruin  randje, trekt mooie tranen in het glas en heeft zachte tannines. Martijn vindt de wijn iets te tertiair. Paul proeft bramen en kersen en vermoedt dat het merlot uit 2009 is. Raak! Diederick vertelt ons dat deze wijn ook nog eens een prima prijs-/kwaliteit-verhouding kent.

De tweede is de piraat. Het is een wijn uit Israël. Pelter winery, Galilee/ Israël, Trio: 70% cabernet sauvignon, 15%  merlot en 15% cabernet franc, 2015 is een zonnige wijn met een zoetje van limonade (Martijn). Donkerrood, vanille, hout,
rood fruit.

Pauillac Grand Cru Classé
Prachtige prijs/kwaliteit verhouding

Vervolgens weer een serie rood: alle drie Malbec. Chateau Lacapelle Cabanac, A.C. Cahors/ Frankrijk, malbec, 2006 is heel mooi. Martin ziet een bijna zwarte kleur, en proeft leer, drop en tabak. Willem-Jan voegt daar ‘peat’ van turfgestookte Irish whiskey aan toe, naast een aardse en zoete component. Berry vermoedt een côt van Cahors. Knap hoor!

François Lurton, Piedra Negra Gran Malbec, O.O.  Mendoza (Uco Valley)/ Argentinië, malbec, 2009 is frisser, met toch wat stal (Peter). Willem-Jan zegt ‘slagroom’ en ik snap dat. Gelardeerd met knap rood fruit.

Kaiken, Mai (the first), O.O. Mendoza (Lujan de Cuyo)/ Argentinië, malbec, 2007 is ook heerlijk! Toos ziet een   rood/paarse kleur, met truffel, en zacht, zoet, fris fruit.

Dan gaan we over naar een ‘los glas’. Het is een zeer rijke, warme wijn. Just: drop, zwarte bes, chocolade, braam, bosbes en
aards. Ook de zuren zijn er, maar storen niet. Peter vindt de wijn nog te jong, ceder, kracht, harmonieus, laurier, kruiden, en ook nog een ‘power’-staart van rood fruit, Het is Antinori, Guado Al Tasso, D.O.C. Bolgheri Superiore/ Italië, 65% cabernet sauvignon – 25% merlot – 10% cabernet franc, 2008.

We sluiten – bijna – af met een ter plekke geopende fles ….? Dat is aan ons. Voor mij is het vloeibare kastanjehoning met alcohol. Diederick verklapt dat het port is, maar wat voor port? Zelfs de kleur verraadt niet veel. Dat de port op leeftijd is is duidelijk. De vaste stofkorrels in de wijn zijn goed zichtbaar. Krentjes, sinaasappelschil, ietwat scherp en weinig frisse tonen meer. Diederick trakteert ons op Kopke, dry white porto, 1935 (bottled in 1980). En dan is het heel bijzonder; we drinken een 83 jaar oude, witte port!

Alsof het feest nog niet compleet is, doen we nog een uitdrinker. Weingut Am Kaiserbaum, Hammel-Hundinger,  Schwarzerde, Blanc de noir, Eiswein, 2007. “Eerst zoet en dan zuur” zegt Berry. “Prachtig!” repliceert Paul.

Ook voor mij was dit een memorabele proefavond, die ik nog lang zal koesteren.

Proefnotities en verslag Eric Hoepelman

Over troetelkinderen, boerenpummels en het zout der aarde (maidenproeverij)
By in ,

Over troetelkinderen, boerenpummels en het zout der aarde (maidenproeverij)

Elqui Valley | Tenuta delle Terre Nere | Caves Frédéric Mabileau

Mineralen.
Oef. Een uiterst lastig thema. En dat als eerste proeverij. Annemiek Vermeijlen
durft het aan, gesteund door haar scheikundige achtergrond. En haar echtgenoot
die onze ‘rituelen’ aanschouwt en ontnuchterend verzucht, “nou, jullie zijn wel
erg serieus, hè?”. Annemiek
dronk een witte wijn uit Santorini. Het alom aanwezige vulkanisme daar en het
achteretiket met lovende woorden over mineralen deden de rest. Mineraliteit,
wat is dat eigenlijk?

Bodem en
mineraliteit zijn de nieuwe troetelkindjes in wijnland. Mineraliteit is goed.
Van mineraliteit is er nooit te veel. (ooit gehoord? > “mooie wijn, maar
storend veel mineraliteit op het eind”). Een prachtig  romantisch idee; druivenstokken met lange
wortels, die de fijnste mineralen uit de bodem opzuigen – uit oeroude
aardlagen, toen de wereld nog onschuldig was – en die de mineralen een ereplaatsje
geven in de druiven. Druiven vol met calcium, magnesium, jodiden, fluoriden.
Koester ze, pers ze zachtjes. Poets de vuurstenen nog wat op. Kalk is goed voor
de botten, kan daar nog iets meer van bij? Wijn; met al het goede dat de bodem
en bronwater ons gegeven heeft…Tja, zo
romantisch is het niet. Wat wij menen te proeven aan mineralen is onzin.
Mineralen hebben geen smaak. Wij hebben er geen woorden voor.
Wijn bevat per
liter ongeveer 1 à 3 gram minerale stoffen, waarvan kalium en fosfaat verreweg
de meest voorkomende zijn. (Gerhard Horstink, zie link onderaan dit verslag)
“Net zoals het beschrijven van florale tonen in een wijn niets te maken heeft
met bloemen in de wijn, heeft mineraliteit niets te maken met mineralen in de
wijn.” (Chris Kissack) “There can be no direct relationship between what is
below the vineyard and what is in the glass.” (Jancis Robinson)

Keren we
terug naar de proeverij. Wat verstaan we onder mineraliteit? Annemiek refereert
aan een onderzoek naar wijnproducenten uit de Chablis en consumenten uit
Bourgogne. Welke termen worden genoemd? Begrippen die door beide groepen
genoemd worden: puurheid, kwaliteit, terroir, Chablis, frisheid, geologie,
vuursteen, wijn, steen, ziltheid, schelpdieren, kalk, chardonnay, mineralen, witte
wijn, zuren. Zo wordt al duidelijk dat mineraliteit een fijn containerbegrip
is, waar we aardig wat woorden in kunnen wegstouwen. Een ander onderzoek propt
daar nog wat zaken bij: zuren, citrus, fris, natte steen, chemische aroma’s,
reductief, gras-aroma’s, bitters. 

Het wordt
tijd om wat te gaan proeven: 3 verschillende witte droge wijnen, uiteraard
geblindeerd
.De
aanwezige proevers doen hun uiterste best om die mineraliteit te adstrueren met
natte stenen (wijn 1), kalk (wijn 2), zouten en zwavel (wijn 3).

Wijn 1
blijkt blijkt een riesling uit de Pfalz. De producent: “
kühl, straff, präzise, mineralisch und
knackig”
. Mijn eigen
notities: tropisch fruit, in de mond nogal braaf met een net zuurtje op het
einde. Een wijn van vrij jonge stokken, uit vijf verschillende wijngaarden, met
zeer gevarieerde bodems, uit een relatief warm gebied. Haal daar maar eens
mineraliteit uit.

Wijn 2 is
twee keer verrassend: ten eerste vanwege de druif > pedro ximinez en ten
tweede vanwege het gebied: Elqui Valley in Chili. Eén van Chili’s meest
noordelijke wijngebieden, woestijnachtig droog met grote
temperatuursverschillen overdag en ‘s nachts. Deze wijn is met opzet door
Annemiek ingebracht; er is een hoge concentratie aan natriumionen in de bodem
en de wijnen van dit semi-woestijngebied te vinden. We zouden dit als
ziltigheid kunnen terugproeven. En dat doen we niet; de zouten menen we vooral
in de wijn 3 te herkennen: een Etna Bianco. Daar wordt ook zwavel genoemd. Goed
getroffen, denk ik. Alleen; is zwavel een mineraal?

____

Reichsrat
von Buhl, Pfalz, Von Buhl Riesling trocken 2016

Vina Falernia, Elqui valley, Pedro Ximenez 2015

Tenuta delle Terre Nere, Etna Bianco 2016, 60% carricante,
25% catarrato, 10% grecanico, 5% minella


De
volgende serie van 3 witte wijnen is van 100% sauvignon blanc
, 1x Frankrijk, 1x
Nieuw-Zeeland, 1x Chili. Het is hier de Chileen die zich onderscheidt door het
reductieve karakter, rokerigheid en amandelbitters. Claartje roemt de ziltige
aanzet (na+ ionen!). De Nieuwzeelandse sauvignon is het tegendeel van
mineralig, stuivende buxusbollen met vrolijk pissende katten op
kruisbespootjes. De bedoeling van de Haut Poitou snap ik niet helemaal; een
strenge sancerre had voor meer onderscheid en discussie kunnen zorgen. Het
bleef nu toch het kattenluikje voor uitgeplaste Kiwikatten.

____

Domaine
La Tour Beaumont, Haut Poitou, Sauvignon Blanc 2016

Clos Marguerite, Marlborough, The Grape Whisperer,
Sauvignon Blanc 2017

Falernia, Elqui valley, Sauvignon Blanc 2016

Elqui valley | Bourgueil | Terre Were


We
stappen over op 2 series rood en ongemerkt verschuift het referentiekader naar
terroir.

Begrijpelijk, de term mineraliteit lijkt voor driekwart te zijn voorbehouden
aan witte wijn. Als de Fransen het over mineraliteit hebben zeggen ze goût de terroir. Maar: als mineraliteit al een
containerbegrip is, dan is terroir een container-schip-begrip.

Bij de
eerste serie rode wijnen keren de notities terug naar bekend gebied: aardbei,
hout, tabak, bitters, kersen, tannine. We twisten wat over de beide pinot
noirs, spannend tegenover saai, kersenfruit tegenover vlak.

____

Weingut Juris, Burgenland, Pinot Noir 2014

Domaine Robert Sirugue, Bourgogne, Pinot Noir 2014

De tweede
serie rood biedt door een eigenzinnige keuze discussiestof:
het eerste glas
doet vermoeden dat we geteleporteerd zijn naar een varkensstal die wacht op de
jaarlijkse schoonmaak. De flinke lik Brett verdwijnt wel door de achterpoort,
maar het woord poep is dan al twee keer gevallen. In de mond zwart fruit,
paprika, iets staligs (ja, slechts één l), gelaagd, lang nahangend. Even
nagezocht, verbouwd op
graviers; zand en grind.

De tweede
wijn geeft meer ruimte voor de mineralenspeurtocht; aardser, een hintje petrol
in de neus, evenwichtiger dan de boerenpummel ervoor, met z’n voeten in de lava
en met z’n neus naar de zwaveldampen van de vulkaan. De producent maakt er
bijna poëzie van:
refined
fingers weaving deftly through soil and stone, creating shade upon shade of
chromatic and sensorial variations
.

En zo
zijn we weer terug bij de romantiek.
En de mooie verkooppraat.

____

Frédéric Mabileau, St Nicolas de Bourgueil, Les
Rouillères 2014, 100% Cabernet Franc

Tenuta delle Terre Nere, Etna Rosso, 2015, 95% Nerello
mascalese en 5% Nerello cappuccio

De vraag
blijft: geeft dit soort proeverijen inzicht of vergroot het de verwarring
alleen maar? Tja. Ik vrees dat het laatste het geval is. Maar dit nadeel ‘heb’
zeker z’n voordeel. We zijn er nog lang niet klaar mee. Uit deze verwarring
doemen onvermijdelijk nieuwe proefthema’s op die bij ons weinig aan bod komen.
Chemische processen tijdens vergisting, de rol van zwavel, geologie en
bodemkunde, (micro)biologie, wetenschap en wijn, de (on)maakbaarheid van wijn,
enzovoorts. Hieronder een aantal (onverwachte?) verbanden die voeding geven aan
die verwarring, en een uitdaging zijn om verder te graven naar de heilige
wijngraal. Die wij dus niet gaan vinden. Maar dan zou het ook oersaai worden…

Minerale
aroma’s door vergisting
 
Wat
wijndrinkers omschrijven als ‘minerale geuren’, geuren van stenige dingen, zijn
chemische verbindingen die in de druiven gevormd worden, vaak pas tijdens de
vergisting. Het vuursteenaroma van Chablis is door Prof. Denis Dubordieu in
2003 ontrafeld. Hij toonde aan dat dit aroma
(arome
pierre à fusil)
van een
zwavelhoudende organische verbinding komt, benzeenmethaanthiol, die tijdens de
vergisting wordt gevormd.


Rol van
kalium
  Kalium kan een verbinding aangaan
met wijnsteenzuur en wijnsteen vormen. Dat leidt tot een lichte verzilting, een
versterking van de smaak. (zie G. Horsting)

Stikstofarm,
vergisting en zwavel
 
De
schijnwerper wordt nu gericht op stikstof. Stikstofarme grond en een beetje
waterstress beperken de groeikracht, en dat is goed voor de druiven. Rotsige,
kalksteenrijke en vulkanische bodemsoorten zorgen voor deze gunstige
omstandigheden. Een stikstofgebrek in de bodem van de wijngaard zorgt voor
aanmaak van zwavelverbindingen in de most. Gisten hebben namelijk stikstof
nodig als voeding. Als de gisten niet voldoende stikstof in de most vinden,
verzinnen ze een list; ze breken bepaalde zwavelhoudende aminozuren af (voor de
liefhebbers: methionine en cysteïne) en maken zo stikstofdelen vrij. Daarbij
onstaan ook zwavelcomponenten die weer gereduceerd worden tot mercaptaan
(thiol) dat, mits het gehalte laag is, moeilijk definieerbare aroma’s geeft,
die wij als als mineraliteit benoemen.
(zie Lars Daniëls, Lars over wijn in Perswijn september 2011, onderaan deze post)

Carotenen Professor Attilio Scienza: mineraliteit
die wij in een wijn menen te proeven zijn vooral norisprenoïden. In de
druivenschil zitten carotenoïden, een kleurstof die de druiven beschermt tegen
fel zonlicht. Afgeleide stoffen hiervan vormen tijdens de fermentatie nor-isoprenoïden
(aromastoffen). Het gaat hier om een enzymatisch proces, waarbij mineralen uit
vulkanische bodems waarschijnlijk een belangrijke rol spelen.

Zuurstofarm Velen concluderen dat
mineraliteit staat voor het tegenovergestelde van uitbundige fruitigheid; vaak
wijnen met een reductief karakter, door een opvoeding met minimale
zuurstofinvloed of een langere rijping sur lie.

Structuur
en gezonde bodem
 
Tjitske
Brouwer: mineraliteit is meer onderdeel van de smaak dan van de geur van de
wijn, mineralen in de wijn zorgen voor structuur, los van zuren en tannine. Hoe
groter het vermogen om mineralen uit de bodem op te nemen, des te groter zal
het effect op de smaak van een wijn zijn.Het
vermogen van een wijnstok om mineralen op te nemen, hangt voor een groot deel
af van de aanwezigheid in de bodem van schimmels, die in symbiose leven met de
wortels van de plant. In het bijzonder die van mychorriza. Het lijkt dat
mychorriza een positief effect heeft op de hoeveelheid en vooral de
verscheidenheid aan mineralen die een wijnplant opneemt. Een gezonde,
evenwichtige bodem is dan een voorwaarde.

Annemiek,
er zit nog een heleboel chemie in wijn. Vertel ons er meer van.

Verslag en
proefnotities Hans Lodewijkx

Meer lezen? 

Mineraliteit en wijn

Een glas vol zwavelverbindingen – over mineraliteit in wijn


Mineraliteit nog even ongrijpbaar

Blader ook nog eens door Volcanic
Wines, Salt, grit and power
van John Szabo, met hoofdstukjes
over Chili, Sicilië en Santorini

Verticaal proeven: Haut Medoc, Barolo en Moezel
By in ,

Verticaal proeven: Haut Medoc, Barolo en Moezel

We proeven verticaal: dezelfde wijn van verschillende jaren.
En we gaan een flink stuk terug in de tijd, zal blijken. Maar eerst een
indrinker: de Blanc de Noirs, een mousserende Spätburgunder van
Heymann-Löwenstein. Die valt niet bij iedereen in de smaak, na 6 jaar ‘sur
lattes’ te hebben gelegen. De wijn heeft vrij veel kleur, een vuursteenneus,
een zoetje, is wat olieachtig, met een hint van iets bloemigs. Willem-Jan
proeft salmiak en veel bitters.  

We beginnen met drie jaargangen, niet te ver uit elkaar volgens
Eric, van een en dezelfde rode wijn. De druivenmix en de foto van een vrai château
op Eric’s PowerPoint suggereren Bordeaux. Dat blijkt het ook te zijn: drie
jaargangen van Cantemerle, het château dat als allerlaatste werd toegevoegd,
als 5e Grand Cru Classé, aan de classificatie van 1855. De reden: de
wijnen werden destijds voornamelijk rechtstreeks aan Nederlandse wijndrinkers
verkocht en de negociants hadden hier geen weet van. Deze Nederlander heeft
anno 2018 wel wat moeite met de wijnen: de wijnen zijn streng. “Te jong,”
oordeelt menigeen, zeker als duidelijk wordt dat de middelste wijn in de serie
(de 2006) wordt geflankeerd door de 2010 en de 2009. Ik ben het er niet mee eens:
2009 en 2010 zijn topjaren en dat betekent in het geval van Cantemerle dat er
anno 2017 zeker fun aan deze wijnen te beleven moet zijn. Dat de Latours en de Montroses
van deze wereld misschien nog niet helemaal klaar zijn, is een ander verhaal.
In het kader van het verticale thema: de 2006 heeft duidelijk al een wat verder
ontwikkelde kleur, de wijn mist het mooie kersenfruit wat in de neus van de
2010 zit. De ’06 en de ’09 hebben ook wat paprika, voor mij altijd een teken
toch van iets onrijps, waar ik geen fan van ben. Maar gelukkig zijn er proevers
die daar minder gevoelig voor zijn, en de wijnen kunnen waarderen. Soit / Honi
soit qui mal y pense (doorstrepen wat voor u niet van toepassing is)

De volgende serie is er een van maar liefst 6 wijnen. Minder
kleur, en meer dakpannenrood en bruin dan de Cantemerles. Dat doet Toos al snel
denken aan nebbiolo, de serie blijkt inderdaad de Barolo van de Marchesi di
Barolo te zijn. Maar wat zijn toch de jaartallen? En wat is de volgorde qua
leeftijd? De eerste is de jongste, daar zijn we het wel over eens. Een lekkere
neus, met rijp rood fruit (framboos), wat hout, een sappige aanzet,wat stoffig
dan, rul, wat warm-alcoholisch in de lange afdronk, dat wel, voor mij met
afstand de beste van de serie. Na wat over en weer gepraat lijkt het merendeel
der proevers te denken dat de wijnen op volgorde van ouderdom staan, en dat
klopt. De tweede wijn is net niet helemaal zuiver en verschillende proevers uiten
hun vermoedens van kurk. Jammer, want (zo blijkt later) de wijn komt uit een topjaar
– wélk jaar laat ik spanningsboogtechnisch nog even in het midden – dat zich
langzaam ontwikkelt volgens zowel Parker als Robinson. Wellicht dat de wijn ondanks
het toefje kurk nog best te drinken is. Iets dergelijk geldt ook voor de derde
wijn, “fris en sappig” volgens Berry, die een interessante theeneus heeft en mede
daardoor voor mij elegant overkomt, ondanks dat er ook iets inzit dat aan een
versterkte en oxidatief opgevoede wijn doet denken. Een cadeautje was ’t ooit,
blijkens een opschrift op de fles. Daarna wordt het voor mij toch echt minder. De
vierde wijn springt er uit voor Annemiek, maar niet in positieve zin; met de notige,
“sherryachtige” tonen is van deze wijn het beste inderdaad wel van af. Wijn
vijf neigt naar oranje en heeft een stoffige neus. Claartje mist net als ik het
fruit, benoemt wel drop en de droge tannine. De laatste, en dus oudste wijn,
valt bij de meeste proevers niet zó maar een beetje, maar enorm in de smaak.
Het is een van Eric’s hartendiefjes; ook andere leden worden lyrisch. Al dan
niet gebrande caramel wordt verschillende malen genoemd, “P.X.”, maar ook maggi
en bouillon (voor mij niet per se positieve proefnotities). Hans H. en ik schrijven
vanavond het minority report: we hebben het er moeilijk mee, niet alleen met
deze laatste wijn, maar met de hele serie met uitzondering van de eerste wijn –
die de 2010 blijkt te zijn. De
jaartallen, vanaf wijn 2: 1989, 1976, 1974-1975 (niet zeker), ergens tussen 1964
en 1968, en last but not least: de 1955. (Van twee flessen ontbreken
jaartalaanduidingen, en de inschatting is die van de producent op basis van de
door Eric gestuurde foto’s en productienummers op de halslabels.)

Stefan Erbes

We sluiten af met een serie van 3 Rieslings. Lekkere Riesling,
van Erbes uit Ürzig – we proeven de Würzgarten Auslese **. De eerste duidelijk
de jongste met de op die leeftijd nog zo kenmerkende, in dit geval ook
beschaafde citrusneus. Het zoet en het zuur volgen snel, en in bijkans perfecte
balans. Kritisch geproefd zou je zelfs kunnen zeggen dat een pietsie minder
fris ook wel zou had gemogen, maar haters van zoete wijn moeten dit maar eens
proeven en dan durven zeggen dat de wijn ‘te zoet’ is … (#1: 2015). De tweede
wijn, uit 2011 heeft diezelfde mooie klassiek Duitse zoet-zuurbalans, maar een
veel meer goed ontwikkelde neus, het fruit meer op de achtergrond, petrol,
Willem-Jan heeft ’t zelfs over retsina en harstonen; een mooi glas en Eric’s hartendiefje. Bij de 2004 wordt getwijfeld over de zuiverheid van de
wijn, ik kan er geen echte fout in zien, maar de wijn heeft zeker wat tertiaire
Rieslingaroma’s; moet je van houden. Alle drie de wijnen krijgen van Peter 90+
punten.

Wat hebben we geleerd? Smaken verschillen. De geleerde les
zal daarmee ook voor iedereen anders zijn. Wat is “te jong”? Moet er fruit, mág
er paprika in Bordeaux? Wat is de waarde van een topjaar? Kan Barolo ouderen? Aan
vragen geen gebrek; eenduidige antwoorden worden nochtans zelden

gegeven, in dees’
wondere wijn-wereld.

Verslag en proefnotities Rob van Ginneken

Van zuur naar zoet, educatieve proeverij maakt kritisch
By in ,

Van zuur naar zoet, educatieve proeverij maakt kritisch

Geef bij het beoordelen van wijn extra aandacht aan één
facet, bijvoorbeeld de concentratie van de wijn, de balans of de zuurgraad, en
je bent kritischer. Zo werkt dat tenminste bij mij. Merkte ik tot mijn eigen
verbazing. Willem Jan Withagen is de programmeur van deze educatieve proeverij,
van zuur naar zoet. Met deskundig commentaar van scheikundige Annemiek. We
kijken wel een beetje raar als we gaan zitten tussen al die reageerbuisjes. Die
zetten we een krap half uurtje later aan de mond om zuren te proeven: wijnsteenzuur,
melkzuur, appelzuur en citroenzuur. 

Willem Jan heeft de series samengesteld met het instructieve
overzicht van Winefolly (van zuur naar zoet) in gedachten. We proeven in de
serie beendroog Auxerrois uit Luxemburg, Grüner Veltliner uit Oostenrijk en
Chardonnay uit Frankrijk. Ze zijn alle drie voorzien van flinke zuren. Annemiek
nodigt uit om die zuurgraad ook echt te meten met ph meetstrips. 

Chablis 2010 1er
Cru Beauroy Pascal Bouchard

Eigenlijk vind ik alleen deze wijn lekker, de andere wijnen
acceptabel. Dat komt omdat deze wijn veel mineralen in de geur heeft, een
bouquet dat zich als een pauwenstaart opent en zeker ten opzichte van de wijnen
ernaast heel verfijnd is. De smaak is opmerkelijk rond. Een wijn waar je wat
moeite voor moet doen om alle smaakcomponenten te proeven, dan proef je toch
iets hemels. 

In de serie droog proeven we een Duitse Riesling, een Franse
Viognier en Franse Chardonnay. De Duitse wijn uit Mittelrhein en de Condrieu
staan bij mij wat in de schaduw van alweer de Chardonnay. 

Meursault 2013 Bouchard et files

Heeft mooie karakteristieken: een verfijnd stinkertje en
boterige rondeur.

Tussendoor proeven we fruitsapjes, te weten peer, citroen,
mandarijn en ananas. Dat zouden we vaker kunnen doen om die fruitzuren ook te
herkennen in de wijn. Na een instructief betoog over suikers (glucose, fructose
en sucrose) proeven we twee halfzoete wijnen. En wéér liggen mijn scores flink
uiteen. De Gewürztraminer uit de Pfalz vind ik wat log, waar de Riesling uit
Mittelrhein zich fantastisch manifesteert.

Bopparder Hamm Mandelstein Riesling Spätlese 2015 Edition MM
Matthias Müller Mittelrhein

Mooi geconcentreerde wijn. Wij hebben nog al eens discussies
over zuren. Zijn ze er niet dan mopperen we. Zijn ze te dominant dan trekken we
een vies gezicht. In deze wijn zie je dat de zuren de wijn spannend maken en
uitgebalanceerd. Een wijn met mooi concentraat. Prima als aperitief, héél goed
inzetbaar bij maaltijden. 

Na uitleg over de Duitse suikerstandaard proeven we drie
dessertwijnen. Ik ben ervan overtuigd dat iedere fles een dag een zilveren
randje kan geven. We proeven een 31 jarige Spaanse wijn van Pedro Ximenes, een
11-jarige Sauternes van sémillon, sauvignon en wat muscadelle en een 6-jarige
Riesling  uit de Moezel. Wederom maakt het
denken aan en de focus op zuren mij kritisch. Ik vind dat zowel de PX als
Sauternes tekort schieten in spanning en viefheid. 

Graacher Himmelreich 2011 Riesling Beerenauslese Cardinal
Cussanus Stiftswein

Het is altijd de moeite waard wijngaarden te bezoeken omdat
zo’n beeld zich vaak in je geheugen etst en je beter snapt wáárom een wijn
groots kan zijn. De Graacher Himmelreich is zo’n wijngaard op steile hellingen
langs de Moezel. Je krijgt eerbied en respect voor wijngaardwerkers. Met deze
wijn in het glas denk ik aan het weggetje naar een ultiem lunchadres. Denk aan
het gevaarlijke werk in de wingerd. En snap wáárom dit een wereldwijn is. Dit glas
is een ultiem spannende wijn door een perfecte balans tussen zuren en zoet.
Zéker een van de grootste wijnen in de wereld. Iedere fles die in de kelder
ligt is een pareltje dat ligt te wachten op een goed moment om te vieren. 

Een unieke en heerlijke proeverij die tot denken aanzet.
Want ben ik nou echt kritischer door méér vanuit zuren te denken en te proeven.
Of zijn het de wijnen die al decennialang uitmuntend en daarmee klassiek zijn
die in deze proeverij het hoofd boven het maaiveld uitsteken?

Riesling uit Duitsland is niet te overtreffen
By in ,

Riesling uit Duitsland is niet te overtreffen

De Britse
wijnschrijver Oz Clarke schreef in 2001 het volgende. “Ik vraag me af hoe het
is om de lievelingsdruif van wijnliefhebbers te zijn die de smaakpapillen van
de  overgrote meerderheid van de
wijndrinkers niet kan bekoren. Voelt dat alsof u het kneusje van de klas bent
dat door de juf geprezen wordt voor zijn tienen voor alle proefwerken, maar die
in de pauze moederziel alleen staat terwijl zijn brutalere klasgenoten
rondspringen en schreeuwen en samen plezier maken?” Ik vraag me af of riesling
nu een halve generatie verder populairder is bij het brede publiek? Berry
Marinussen stelde een proeverij samen met alléén riesling. Oz schreef in 2001
ook: “De meeste riesling is saai, zelfs flauw omdat wijnfirma’s er een
massaproduct van willen maken en hem niet de aandacht, toewijding en fantasie
geven die hij vereist.” 

Kleine wonderen

Er staat niet
één saaie riesling op tafel, in de proeverij van Berry Marinussen, wel wijn die
in het glas de reputatie van het huis niet waarmaakt, want ja het blijft een
levend product. Er staan ook wijnen op tafel die zonder meer als klein wonder
te betitelen vallen. Misschien is er een Hogere Macht die het niet leuk vindt
dat Berry een voorkeur heeft voor Duitse wijnen. Want het zijn nou net de
Franse en Oostenrijkse rieslings die tegenvallen. En niet van de minste namen,
Zind Humbrecht, Knoll. Met wat omdenken kan je ook redeneren: Duitse riesling
zijn onovertroffen. 

Maximim
Grünhäuser Spätburgunder 2014
is de enige rode wijn van de proeverij. Martijn
associeert de wijn met aardbei en Toos is vol lof over de verfijning: kersen,
kruiden, mineralen en een pepertje. Elegante en lekkere wijn. 

De oudste wijn
die we proeven is 23 jaar oud en volstrekt vitaal. Hét bewijs. Riesling kan
ouderen. Riesling moet ook even ouderen, aldus Berry, omdat de wijn daarmee aan
diepte wint. 

 

Wijnstokken in de Wehlener Sonnenuhr

Wegelers 2002
Wehlener Sonnenuhr Kabinett
maakt indruk: vijftien jaar oud maar dat heb je
geen moment in de gaten. Mooie zuren, veel lengte, excellente balans. Mineralen
in de geur en veel roomboterbabbelaar. 

Berry wijst
erop dat in de jaarlijkse Gault Milau gidsen de ranglijsten van beste wijnen
voor wijnen met restzoet worden aangevoerd door Moezelwijnen. 

Clemens Busch
Kabinett 2009 Marienburg Erste Lage
is een hartedief van Berry. Diederick
benoemt perzik en abrikoos, hij noemt de wijn verfijnd. Eric ruikt munt,
ananas, abrikoos, turks fruit, petrol en een bittertje. Mijn aantekeningen:
mooie lentebloemen, prachtige aanzet, ontzettend fraaie balans met geweldige
zuren. Klassieke wijn! 

Op bezoek bij de broers Merkelbach

Merkelbach,
Erdener Treppchen 2003 Spätlese
kan niet iedereen evenveel bekoren, want roept
niet meteen een ‘wow’ ervaring op. Rob noemt de wijn lichtvoetig en een
filligrane wijn (filligran = licht en luchtig). Ik hoor ook noemen perzik,
zachte zuren, sinaasappelbitters achterin de wijn. Mijn aantekeningen:
verfijnde bloemetjes, lichte kleur, goede balans en zeer klassiek. Na onthullen
ben ik helemaal blij: het is Merkelbach! Wie daar is geweest, drinkt iedere
fles Merkelbach met een goudgerande herinnering en… ik heb Erdener Treppchen
2006, 2007 en 2010 in de kelder liggen. Fijn vooruitzicht. 

Keller, Dalsheimer
Hubacker 2003 Spätlese komt uit Rheinhessen.
We ruiken ananas en proeven een
frissen wijn met lekkere zuren. Veertien jaar oud inmiddels en springlevend.
Talloze rode wijnen trekken dat niet. Ik vind de geur wat rokerig, met
mineralen. De wijn heeft een zoetere aanzet dan de Merkelbach, heeft prima zuren.
Ik vind de balans iets lastiger dan bij de klassieke Moezel. 

Reinhold Haart,
Piesport Domherr 2009 Spätlese
heeft een geur die bij riesling liefhebber HansL
niet helemaal in goede aarde valt. Hij noemt zwavel, kattebak en zelfs de
aloude donkere kamer (doka) en dan de geur van ontwikkelaar. De smaak kan hem
dan weer wel bekoren vanwege het mooie spel tussen zoet/zuur en rins. Rob
prijst de balans van deze wijn. Ik ruik passiefruit alsof ik naast een boom in
de tropen sta, wow. De neus heeft inderdaad iets dat ik als ‘stinkertje’ heb
beschreven maar niet verder benoemd. De smaak is heel intens, in mijn
aantekeningen staat: oef! Wat een mooi zoet. 

Karl Erbes,
Ürziger Würzgarten 1994 Auslese,
doet Eric alles proeven wat de abrikoos te
bieden heeft: het zoete vruchtvlees maar ook de pit en de bitters van binnen.
Hij noemt ook amandel en spijs. Rob is kritisch: de geur is wat gesloten in
zijn ogen en de wijn wel oké, al mist die complexiteit. Mijn aantekeningen: petrol
in de geur en ook een hint van stopverf, en dan een mondvullend zoet met veel
zuren in de afdronk. Later ook mineraal in de geur. Fraai hoor dat we dit in
2017 drinken. De vader van de huidige wijnmaker heeft deze wijn geoogst en
gemaakt. In 1994 werd Nelson Mandela president van Zuid Afrika, in het najaar
werd Airmiles geïntroduceerd, Ruud Lubbers probeerde in dat jaar voorzitter te
worden van de Europese Commissie, waar de vorige week overleden Helmut Kohl een
stokje voor stak. Mooi hoor. 

Schloss Lieser,
Niederberg Helden 1998 Auslese **
heeft botytris, zegt Rob. Zowel hij als Eric
benoemen de kleur als oudgoud. Ik ruik in de wijn groene olijven, de wijn is
voller dan de wijn uit Ürzig, meer zoet en iets minder spel. 

Riesling kun je
heel goed leren waarderen in het glas, écht onder de indruk raak je pas als je
bovenop zo’n beroemde wijnberg staat en enigszins duizelend de diepte in kijkt.
Dan besef je dat Duitse rieslings met hun eeuwenoude traditie onovertroffen
zijn.

Ahr, Moezel en Pfalz uit ingepakte flessen
By in ,

Ahr, Moezel en Pfalz uit ingepakte flessen

Brauneberger Juffer Sonnenuhr, tópwijngaard voor Riesling

Boele
de Bie houdt zijnmaiden
proeverijvoor ons. Hij neemt ons mee naar Duitsland, met onderweg twee
ondeugende uitstapjes buiten Duitsland. Zoals gebruikelijk proeven we uit ingepakte flessen.

We
starten met een mousserende indrinker uit een zware, degelijke fles.
Berry proeft granny smith en Kees proeft goudreinet. Hans L zegt
dat de zuren later komen én blijven over! Ook Noël benoemt de
citruszuren. Peter zegt: lentebloemen en peer en vraagt zich af
of deze uit de Pfalz komt. Het blijkt een mooie drogeReichsrat
Von Buhl, Riesling, 2014.
En dat ‘droge’ is nu net een bewuste keuze van keldermeester
Mathieu Kauffmann, die eerder zijn sporen verdiende bij
Champagnehuis Bollinger.

We
vervolgen met een serie van drie droge witte wijnen. Achteraf
blijkt dat we van noord naar zuid gingen…

De
eerste,Nik
Weis, Riesling trocken, 2014,
is strakdroog, met flinke zuren. Kees vindt het wel een typische
Moezel, waarbij ook Hans L de ‘petrol in de neus’ moeiteloos
herkent. Nik Weis weet op het relatief grote wijngoed Sankt
Urbans-hof steeds hooggewaardeerde wijnen te maken.

De
tweede,Zilliken
Saarburg Riesling trocken Alte reben, 2015,
is een hartendief van Boele. Kees beschrijft de boenwas,
viooltje en kruidigheid. Hans L gebruikt beschrijvende woorden
als bloemig, zestes, kamille, zacht, rode grapefruit, weinig
zuren, romig en vraagt zich af of het een jonge Moezel is. RAAK!

De
derde van de serie isVon
Winning, Deidesheim Paradiesgarten Riesling, 2015.
Wederom ‘petrol’ en ook rijk van smaak. Peter vindt ‘m bloemig,
lieflijk en voorzien van ‘goeie zuren’.

De
volgende serie heeft van Boele als subtitel ‘bloemen, kruiden en
zo’ meegekregen. En weer (achteraf) blijken we van noord naar
zuid te proeven.

Het
eerste glas is een Nederlandse wijn:Apostelhoeve,
Pinot Gris, 2016.
Zonder dat te weten, beschrijft Diederick het lichtzoet karakter.
Ook ik ervaar tropisch fruit, salie, en boter. Martijn proeft
appelsap, fruitella en mist wat zuren. Het tweede glas isFritz
Haag, Brauneberg Juffer Sonnenuhr, Riesling Spätlese, 2015.
Dit is de tweede hartedief van Boele van vanavond. Terecht! Toos
ervaart een vette aanzet en vermoedt dat het een Riesling
auslese is. Peter schat in dat het een lieblich is. En ik dacht
een feinherb. Toch mooi hoe we zo verschillend denken. En knap
van Oliver Haag om zo’n spannende wijn te maken. Het is dan ook
mede dit huis dat Moezel-riesling zo wereldberoemd maakt.

De
derde isTheo
Minges, Edition Rosenduft, Gewürztraminer Spätlese, 2015.
De zoetste van de drie, met termen als perzik, honing, exotisch
en gekonfijt fruit. Iets meer zuren zou deze wijn nog mooier maken.
Het wijnhuis Theo Minges weet van een breed assortiment
druivensoorten knappe wijnen te maken, zoals we in de proeverij later nog zullen
merken.

Bij
de derde serie gaan we langs de ‘meridiaan van noord naar zuid’.
Rode wijnen, achtereenvolgens uit de Ahr, Pfalz en – ondeugend –
Bourgogne.

Jean
Stodden, Spätburgunder, Ahr, 2013:
Rob noemt rijp rood fruit, ‘steeltjes’, niet heel vol of stevig.
Berry zegt ceder, chocolade, kersen en bitters en concludeert
dat het wel ‘Ahr’ moet zijn. Raak! De wijn is dan ook van de
hand van Spätburgunder-expert Alexander Stodden.

Het
tweede glas isReichsrat
Von Buhl, Spätburgunder, Pfalz, 2014.
In deze wijn zit, volgens Rob, ‘meer spel’ en wederom rood fruit
als rode besjes, kersen en framboos. Volgens Noël komt deze uit
een ‘koude streek’. En Berry heeft ‘gist in de neus’. 

Het derde
glas is geen Duitse wijn. Het isJean-Luc
Joillot, Pommard Pinot Noir, 2005.De wijn komt van de 1er Cru wijn gaard Les Noizons (geel omcirkeld op het kaartje).
En wederom Berry plaatst deze in de correcte streek: Bourgogne.
Over de wijn zegt hij: ceder,
rooibos, oud hout, kersen, Franse neus, tannines, zuren.

We
sluiten deze avond af met heerlijkeTheo
Minges, Riesling, trockenbeerenauslese, 2015.
Adembenemende wijn, zoet/zuur in prachtige verhouding en perfecte balans. En daarmee zet Boele een prachtige eerste proefavond voor ons
neer. Ik verheug me nu al op zijn volgende!

Proefnotities en verslag Eric Hoepelman 

MIgranten druiven proeverij: Zinfandel maakt indruk in Zuid Frankrijk
By in ,

MIgranten druiven proeverij: Zinfandel maakt indruk in Zuid Frankrijk

Oostenrijkse wijnbouwer Kurt Angerer

Druivenrassen
kennen een oorsprong. Dat is daar waar ze oorspronkelijk vandaan komen.
Zo komt Sangiovese uit Italië, Riesling uit Duitsland en Albariño uit
Spanje. So far, so good.Toch
hebben druiven hun weg over de wereld gevonden. Samen met reizende
mensen, zijn druiven op plekken terecht gekomen waar ze oorspronkelijk
niet te vinden waren. Jaap noemt deze druiven ‘migranten’ en zet ons
vanavond hiervan monocepages voor. Aan ons de schone taak om druivenras
en nieuwe herkomst te herkennen. En dat blijkt geen sinecure.

We starten met een indrinker. Het isSteinmühle, Sauvignon Blanc, 2014, Rheinessen, Duitsland. We herkennen dat het een ‘koude wijn’ (d.w.z. kouder gelegen) is. De druif is lastiger te herkennen.

We
vervolgen met witte wijnen. En ook hier is makkelijker om te herkennen
dat het een ‘warme wijn’ is, dan welke druif het is. We noemen Semillon,
Pinot Gris en zelfs Verdejo. Jaap verklapt wat het is:Simonsig, Chenin Blanc, 2016, Stellenbosch Zuid-Afrika. Tja, het blijkt de constante van deze avond te worden. We vinden migrerende druiven lastig te herkennen!

We proevenKurt Angerer, VI, Viognier, 2011, Oostenrijk. Deze is zeker houtgelagerd. EnLaurent Miquel, Albariño, 2015, Languedoc, Frankrijk. Dit is een mooie, speelse wijn met hints van citrus en mineraliteit. Voor Jaap is dit een van de toppers van deze avond!

BijYalumba, Barossa, Riesling, 2014, Australiëruiken we de typische benzine/petrol. Kees vindt de wijn strakdroog. De smaak is wat vlakker.

Over naar de rode wijnen.Errazuriz Estate Series, Sangiovese, 2013, Chiliis
mooi helder, transparant. Claartje benoemt het rood fruit, zoals kers.
De wijnstokken staan pas sinds 2008 in de Chileense wijngaard.Gaja, Ca’Marcanda Promis, Merlot / Syrah, 2013, Toscaneheeft een fijne neus, maar is in de mond nog wat stroef.

Ondertussen
steekt een stevige discussie de kop op. Zijn druiven en herkomst nog
wel herkenbaar? Hoe kunnen wij dat nu blindproeven? Wat gebeurt de
laatste jaren al met de nieuwe gisten? Het is te merken dat we onthand
zijn!

Zinfandel van d’Arjolle maakt indruk

Ik vindDomaine de l’Arjolle, Zinfandel, 2015, Frankrijkde
boeiendste van de avond. En proefkampioen Rob herkent zelfs de druif! Hij beschrijft
de wijn als dieppaars met bramen, bosbes en intense zuren. De volgende
is voor Jaap weer een topper:Morgenster, Nu Series 1, Cabernet Franc, 2014, Zuid-Afrika. Anderen vinden de ‘rook’ in deze wijn toch iets te prominent. BijDomaine de l’Arjolle, Carménere, 2015, Frankrijkmeenden wij Syrah of Malbec te herkennen. Tja, het is geen typische Carménere.

We sluiten af metYalumba, Museum Reserve, Muscat, Australië. Het is een heerlijke, donkerbruine wijn: dik sappig. Geen Palamino, geen Madeira, maar Muscat.

We danken Jaap voor deze leerzame avond. Het was een mooie les in nederigheid.


Verslag en proefnotities Eric Hoepelman 

In nevelen gehuld
By in ,

In nevelen gehuld

‘Het determineren van blind geproefde wijnen’. Dat is het thema van Claartje Grielis. Determineren doen we graag, dus kom maar op! Om al bij het eerste glas in lichte wanhoop te vervallen. Want ja, het is een mousserende witte wijn, wat rijker van smaak. Met een fijne mousse. ‘Nee, juist een grove mousse’. Ergo: ‘een bek vol schuim’. Is het champagne? ‘Te rijk, te vol’. Cava dan? Zo flitsen de mogelijkheden voorbij. Appel, pepertje, chardonnay wordt geoppperd. Bij de onthulling wordt duidelijk; dit kan een zware avond worden. Land: Frankrijk (toch champagne?). Druif: blend van chardonnay en pinot noir. Gebied: Jura!


Jaar: 2013. (Champ d’ Etoiles, Cuvée Chanson, zero dosage) En als je dat zo hier ziet staan dan lijkt de champagne-associatie zo gek nog niet. Maar in de mond: nectarine, ananas, zwoel en rijp. De (biodynamische) producenten geven eet-suggesties: pruimen in bacon of tarte tatin. Zo zwoel dus.

De lezer dezes vraagt zich inmiddels af: wat doet die sterrenhoop ‘in hemelsnaam’ op een blog over wijn proeven? Welnu: om de argeloze lezer het gevoel te geven hoe het voelt om ‘lost in the stars’ te zijn. Verdwaald in eigen hersenpan. Hopeloos verloren in een zee aan weetjes, smaaksensaties en -herinneringen die maar niet zinnig op een rijtje willen verschijnen. Wat valt hier te determineren? Waar hebben we houvast? We verdwijnen als Bowie’s Major Tom in het niets. Wat zien we, wat proeven we, wat moeten we? Weten we wel iets? Hulpeloos. Reddeloos. Radeloos.

Het tweede paar doet de verwarring slechts toenemen. Wijn 2 blijkt uit Griekenland te komen. Een zuivere en bloemige malagouzia, met ver weg een buxustoontje. Sauvignon blanc of verdejo? Spanje dan maar? Oostenrijk
wellicht. Veel rijp wit fruit, zachte zuren. Voor niemand leidt het spoor naar Griekenland, terwijl in februari nog een malagouzia is geproefd. Wijn 3 is een 50/50 blend van Chardonnay en Savagnin. Cuvée stellaire – Castor. Wederom uit de Jura, van dezelfde makers als glas 1. De zuren van de Savagnin treden duidelijk op de voorgrond. De wijn wordt – mede door behoorlijk wat hout – in de Bougogne gedacht. Ook Chablis wordt genoemd.

Gaan wij dan even terug naar de beginfoto. We kijken naar een gedeelte van het sterrenbeeld Tweelingen. De sterren Castor & Pollux zijn de belangrijkste herkenningspunten in de constellatie. Pollux is helder en goudkleurig, Castor is zwakker en wit van kleur. We menen de twee nu te herkennen.

Wanneer wordt het makkelijker, smeken we Claartje. De volgende serie zou meer herkenningspunten moeten hebben. Maar niet heus. We vervolgen met Fié Gris (lees: Sauvignon gris) uit de Loire (Ampelida)en een Meursault. De Meursault (Les Grand Charrons, 2012) wordt vooral in Zuid-Afrika geplaatst, vanwege veel
warmte, hout en toffee.

Met de rode series gaat het al niet veel beter: de serie Toscaanse wijnen wordt eerst in Italië geplaatst, maar verhuist later naar Chili. (Le volte dell’Ornellaia, 2013 en Collosorbo, Brunello di Montalcino, 2010). Tot wanhoop
van Berry: “zit ik al een week Brunello’s te proeven [voor zijn proeverij over 3 weken], maar nog nooit proefde ik zo overduidelijk cassis!” Bij de volgende serie van 3 revancheert Berry zich: hij determineert loepzuiver Argentinë en Malbec. (Don David, uit Calchaqui valley, zo’n 1700 meter hoog, 2013) De ‘ster’ van de avond is wijn 4.2. Leer, chocolade, floraal, rozen, pruimen, kers en koffie. De rozen voeren ons naar Noord-Italië. (“het is gewoon een barolo, punt uit!) Dat klopt (weer) niet. De volbloed negroamaro is een Salice Salentino riserva (Vigne delle Monache, Cantina Sampietrana, 2012). ‘Evenwichtig, rond, met sappigheid en een fantastisch spel’, aldus de Roermondse importeur. De prijs/kwaliteitsverhouding is voorbeeldig. Aanrader!

De laatste serie voert ons langs Baden met een Rülander auslese (=Grauburgunder, Abril, 2011) en eindigt in de buurt van Valencia met een fles superzoete vloeibare bramenjam. (Laudum Dulcenegra) En zeggen we bramen, dan denken we aan Mourvèdre. Met recht zeggen de Spanjaarden daar Monastrell tegen, want de
oorsprong van deze zonliefhebber ligt in Spanje.

Nog een keer terug naar de beginfoto: Castor & Pollux. Nou ja, dat denken we, gezien de gegeven informatie. In werkelijkheid zijn dit de sterren die één van de voeten van Castor vormen. We kijken naar nevel IC 1443. In de kern van de nevel bevindt zich een neutronenster, dat is het restant van een ontplofte ster, zo’n 30.000 jaar geleden. Zo spatte ook onze wijnkennis uit elkaar, zo’n 5 dagen geleden. Of waren we gewoon be-neveld?

Verslag en proefnotities van Hans Lodewijkx