Zomerse wijnen uit de liefhebberskelder

By
1363
Zomerse wijnen uit de liefhebberskelder

Paul Heemskerk zet ons zomerse wijnen voor, het thema van de proeverij is zomers wit, maar Paul drinkt als echte liefhebber natuurlijk ook rood door in de zomer. We proeven op de langste dag van het jaar. De lezers die dit blog volgen, weten dat ik écht kan genieten van zo’n persoonlijke selectie, ik vind dat vaak onze mooiste sociëteitsavonden. Deze avond bevestigt helemaal deze opvatting.

Twee wijnen met bubbels om te beginnen

De eerste wijn is gistig in de neus, die ik wat klein vind. Maar Ronald ruikt ananas, mango en honing. De smaak heeft frisse zuren en een wat rins karakter. Ik vind de wijn net een tikje simpeler dan het tweede glas, maar denk ook meteen aan een roerei op zondagmorgen met een stukje gerookte zalm en deze wijn, om het leven te vieren. We proeven Château Gaudrelle, Vouvray, Brut Millesime 2008 gemaakt van chenin blanc, Alex Monmousseau.

De tweede wijn is iets geler, met een appel chardonnay neus, en oef… wat is dit lekker, peer in de aandronk, supersappig, een echte charmeur, uitermate plezierig. We proeven Champagne Premier Cru Jean Claude Doquet uit Vertus. Gemaakt van chardonnay en pinot noir.

In de tweede serie staan twee witte wijnen waarvan de eerste een neus heeft om heel vrolijk van te worden: viooltjes ruik ik, peer en tropisch fruit. De smaak is sappig, levendig en mooi. Kees zegt dat hij van het stuivende glas kan blijven ruiken, en Richard typeert de wijn treffend als ‘de neus ruikt warm, maar de wijn smaakt koel’.  En jawel:  we drinken een Franse wijn. Brumont 2009, gemaakt van gros manseng en sauvignon blanc (de druif die veel proevers herkennen). Vin de pays de Côtes de Gascogne van Alain Brumont. Een ontzettend lekker ongecompliceerd glas om véél plezier van te hebben.

Het tweede glas vind ik moeilijk te determineren, de neus zit dicht. Maar dat zal wel aan mijn neus liggen, want de collega proevers ruiken wél iets. Kees noemt de neus zwoel met peer. Richard ruikt anijs en petrol tonen. David zegt gelukkig ook dat de neus klein is, maar ruikt wel vochtige aarde. De smaak is erg lekker: hoge bitters, duidelijk een eetwijn met veel sap en een goede balans, heel lekker. Hans vdH determineerde het wijnland meteen goed: Portugal. We proeven Kopke Vino Branco 2009 uit de Douro, gemaakt van Arinto, Gouveio en Rabigato druiven.

In de vierde serie witte wijnen proeven we topwijnen.

Het eerste glas heeft geen uitgesproken neus, misschien wat groene appel, misschien wat limoen. De smaak geeft een associatie met peren, veel rondeur en sap. Dan volgt een overduidelijk bittertje en een afdronk die ik als “heel fijn” betitel in mijn aantekeningen. 91 punten krijgt de wijn in de Guia Penin. We proeven een Spaanse wijn gemaakt van 100% picapoll. De wijn is Nuat Picapoll abadal 2008, Pla de Bages. Gebotteld op een zware fles met een ziel die héél diep is. Hartendief van Paul. 

Het tweede glas doet proevers glimlachen. Oogjes gaan twinkelen. De kleur is wat goudgeler. Ronald ruikt boter, abrikoos en honing. David memoreert dat de smaak hetzelfde vertelt als hetgeen de neus belooft. Mijn aantekeningen: rondeur, héél veel kracht en veel vanille, ik dacht aan een witte Rhonewijn, bijvoorbeeld Châteauneuf du Pape. De wijn is Condrieu La Fauvette 2008, Sainte Cosme gemaakt van 100% viognier. Tsjonge, jonge, hier laat deze druif zien wat een mogelijkheden ze heeft. Geweldige wijn.

 In de serie rode wijnen staan droomflessen.

Het eerste glas, daar heb ik me aardig door bij de neus laten nemen. Een overduidelijk belegen kleur, ik denk meteen aan een wijn van twintig jaar of ouder. En daar hou ik van. De neus is héérlijk, belegen tonen met veel hout in de neus, maar ook aardse tonen, pioenroos en truffelassociaties. Ongelofelijk veel rondeur en sappig. Elegant ook. Mooi op dronk, goede balans en stevig. David noemt kruidnagel, roest en theebladeren in de neus, mooie herfstimpressies en zijn conclusie is: een elegante wildwijn. Nou laat ik maar eerlijk zijn: ik denk aan Saint Julien. En.. o.. o.. o.. dan blijkt het Bourgogne te zijn, en niet zomaar een: Clos de Vougeot 2000, Fery Meunier. Voor mij zonder meer dé wijn van de avond.

Paul noemt het tweede glas zijn hartendiefje. De kleur is bijna zwart. Hans L ruikt kersen, zoethout en een herfstbos, naast aardse tonen. Toos ruikt wat honing. David zwarte bessen en olijven. Een echte belevingswijn, aldus David. De neus is voor mij wat inktig. Kersen ruik ik ook. Een stevige smaak, in mijn aantekeningen staat: vuist in een fluwelen handschoen. Tikje boers en ontoegeeflijk, vind ik. Het merendeel van de proevers prefereert deze wijn: La Dame de Montrose 2000, de tweede wijn van het beroemde Saint Estephe domein.

Naast deze glazen staat een wijn die nog niet op dronk is, maar wel de oudste van het stel: Château Montus 1998, Madiran. We proeven ook nog een Vintage port 1983. Fijne proefavond.